Vertaling van sposo

Inhoud:

Italiaans
Nederlands
sposo {zn.}
jonggehuwde
bruidegom  [m]
marito, sposo {zn.}
echtgenoot  [m]
man  [m]
gemaal
Odiava suo marito.
Ze haatte haar echtgenoot.
Ridammi mio marito!
Geef me mijn man terug!
sposare {ww.}
trouwen 
in het huwelijk treden

io sposo

ik trouw
» meer vervoegingen van trouwen

Mi vuoi sposare?
Wil je met me trouwen?
L'uomo che sta per sposare è un astronauta.
De man met wie ze gaat trouwen is een astronaut.


Gerelateerd aan sposo

marito - sposare