Vertaling van stare

Inhoud:

Italiaans
Nederlands
stare, restare, rimanere {ww.}
blijven 
verblijven
toeven
resteren
resten
overblijven 
Preferirei stare a casa.
Ik zou liever thuis blijven.
Stare a casa non è divertente.
Thuis blijven is niet leuk.
abitare, dimorare, stare {ww.}
wonen 
huizen
resideren
gevestigd zijn


Voorbeelden in zinsverband

Italiaans
Nederlands

Preferirei stare a casa.

Ik zou liever thuis blijven.

Stare a casa non è divertente.

Thuis blijven is niet leuk.

Tom deve stare a casa oggi?

Moet Tom thuisblijven vandaag?


Gerelateerd aan stare

restare - rimanere - abitare - dimorare