Vertaling van studente

Inhoud:

Italiaans
Nederlands
studente [m], studentessa [v] {zn.}
student
Sono una nuova studentessa.
Ik ben een nieuwe student.
Sei uno studente?
Zijt ge student?
studente {zn.}
student
Sono un nuovo studente.
Ik ben een nieuwe student.
È uno studente fannullone.
Hij is een luie student.


Voorbeelden in zinsverband

Italiaans
Nederlands

Sono un nuovo studente.

Ik ben een nieuwe student.

Sei uno studente?

Zijt ge student?

È uno studente fannullone.

Hij is een luie student.

I libri di questo studente sono nuovi.

De boeken van deze student zijn nieuw.

Ho già parlato a questo studente.

Ik heb al met deze student gesproken.

Sono (insegnante/studente/ingegnere)

Ik ben leraar/ben student/ingenieur

Questa foto mi ricorda di quando ero studente.

Deze foto herinnert me aan toen ik een student was.

Per quanto ne so, è uno studente diligente.

Voor zover ik weet is hij een ijverige student.

Bob è l'unico studente che sa parlare spagnolo nella nostra classe.

Bob is de enige leerling in onze klas die Spaans kan spreken.


Gerelateerd aan studente

studentessa