Vertaling van vicini

Inhoud:

Italiaans
Nederlands
vicini, vicini di casa {zn.}
buren
Odio i miei vicini.
Ik haat mijn buren.
I miei vicini mi hanno già spiegato chi è Björk.
Mijn buren hebben mij al uitgelegd wie Björk is.


Voorbeelden in zinsverband

Italiaans
Nederlands

Odio i miei vicini.

Ik haat mijn buren.

È uno dei miei vicini.

Hij is één van mijn geburen.

I miei vicini mi hanno già spiegato chi è Björk.

Mijn buren hebben mij al uitgelegd wie Björk is.

Sono in buoni rapporti con i loro vicini.

Ze hebben een goede verhouding met hun buren.

L’Unione europea viene posta in essere allo scopo di mettere fine alle guerre frequenti e sanguinose tra paesi vicini, culminate nella seconda guerra mondiale.

De Europese integratie is begonnen om een eind te stellen aan de talrijke en bloedige oorlogen tussen buurlanden, die hun hoogtepunt kenden in de Tweede Wereldoorlog.

La Bibbia ci dice di amare i nostri vicini e anche di amare i nostri nemici; probabilmente perché generalmente sono le stesse persone.

De Bijbel draagt ons op om onze naasten én onze vijanden lief te hebben; waarschijnlijk omdat dat in het algemeen dezelfde personen zijn.


Gerelateerd aan vicini

vicini di casa