Vertaling van alleen

Inhoud:

Nederlands
Deens
alleen, enig, louter, verlaten {bn.}
alene
alleen, enkel, maar, pas, slechts, uitsluitend {bw.}
bare
blot
kun


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Deens

Waarom ben je alleen?

Hvorfor er du alene?

Een ongeluk komt zelden alleen.

En ulykke kommer sjældent alene.


Gerelateerd aan alleen

enig - louter - verlaten - enkel - maar - pas - slechts - uitsluitend