Vertaling van blij

Inhoud:

Nederlands
Deens
blij, verblijd, verheugd, opgetogen, opgewekt, vrolijk {bn.}
glad


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Deens

Ik ben blij je te zien.

Det glæder mig at se dig.

Ik ben erg blij in Georgië.

Jeg er meget glad i Georgien.


Gerelateerd aan blij

verblijd - verheugd - opgetogen - opgewekt - vrolijk