Vertaling van breuk

Inhoud:

Nederlands
Deens
breuk, breken {zn.}
indbrud [o]
breuk [v], hernia {zn.}
brok
breking [v], breuk [v], fractuur [v], schending [v], schennis [v], verbreking [v], breken {zn.}
brud [o]


Gerelateerd aan breuk

breken - hernia - breking - fractuur - schending - schennis - verbreking