Vertaling van broer
Inhoud:
Nederlands
Deens
broer , broeder , frater {zn.}
bror
broder
broder
Hij is mijn broer.
Han er min bror.
Mijn broer is een idioot.
Min bror er en idiot.
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Deens
Hij is mijn broer.
Han er min bror.
Mijn broer is een idioot.
Min bror er en idiot.
Mijn broer zal me vermoorden.
Min bror vil dræbe mig.
Het is van mijn broer.
Det er min brors.
Mijn broer is klein maar sterk.
Min bror er lille, men stærk.
Hij is langer dan zijn broer.
Han er højere end sin bror.
Mijn broer is twee jaar ouder dan ik, maar hij is drie centimeter kleiner.
Min bror er to år ældre end mig, men han er tre centimeter lavere.