Vertaling van gast

Inhoud:

Nederlands
Deens
gast [m], introducé [m], logé [m] {zn.}
gæst
man [m], manspersoon [m], vent [m], kerel, manmens, gozer, gast {zn.}
mand
Hij is een dappere man.
Han er en modig mand.
Gisteren zag ze een grote man.
Hun så en høj mand i går.


Gerelateerd aan gast

introducé - logé - man - manspersoon - vent - kerel - manmens - gozer