Vertaling van gebrek

Inhoud:

Nederlands
Deens
armoede [v], gebrek [o] {zn.}
fattigdom
afwezigheid [v], euvel [o], gebrek [o], tekortkoming [v], gemis, tekort, manco, mankement {zn.}
mangel
beschadiging [v], defect [o], gebrek [o] {zn.}
defekt


Gerelateerd aan gebrek

armoede - afwezigheid - euvel - tekortkoming - gemis - tekort - manco - mankement - beschadiging - defect