Vertaling van kan
Inhoud:
Nederlands
Deens
kan , pan , pot {zn.}
kande
kunnen {ww.}
kunne
Je zou jouw eigen bedrijf kunnen starten.
Du kunne starte dit eget firma.
Ik heb nog niet genoeg materiaal verzameld om een boek te kunnen schrijven.
Jeg har ikke samlet nok materiale til at kunne skrive en bog.
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Deens
Kan ik dit eten?
Må jeg spise dette?
Kan ik u helpen?
Kan jeg hjælpe dig?
Je kan dansen, nietwaar?
Du kan danse, kan du ikke?
Hij kan Japans spreken.
Han er i stand til at tale japansk.
Ik kan niets zien.
Jeg kan ikke se!
Dat kan niet waar zijn!
Umuligt!
Ik kan lezen zonder bril.
Jeg kan læse uden briller.
Kan ik deze CD lenen?
Kunne jeg låne denne cd?
Tom kan nog niet zwemmen.
Tom kan endnu ikke svømme.
Dat kan niet waar zijn.
Det kan ikke være sandt.
Ik kan het licht zien.
Jeg kan se lyset.
Wanneer kan ik hier zwemmen?
Hvornår kan jeg svømme her?
Je kan hier niet zwemmen.
Du kan ikke svømme her.
Zonder jou kan ik niet leven.
Jeg kan ikke leve uden dig.
Zonder tv kan ik niet leven.
Jeg kan ikke leve uden tv.