Vertaling van kijk
Inhoud:
Nederlands
Deens
blik , aanblik , kijk {zn.}
blik
blikken, kijken, bekijken, kijken naar, schouwen, toekijken, toezien {ww.}
se på
betragte
betragte
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Deens
Ik kijk uit naar de zomervakantie.
Jeg glæder mig til sommerferien.
Kijk naar het huis met het rode dak.
Se på huset med det røde tag.