Vertaling van leer

Inhoud:

Nederlands
Deens
leder [o], leer [o] {zn.}
læder [o]
De schoenen zijn van leer.
Skoene er lavet af læder.
bijbrengen, instrueren, leren, scholen {ww.}
undervise
leren, aanleren {ww.}
lære
Kun je me leren vliegen?
Kan du lære mig at flyve?
Je moet leren van je eigen fouten.
I må lære af jeres fejl.


Gerelateerd aan leer

leder - bijbrengen - instrueren - leren - scholen - aanleren