Vertaling van nood

Inhoud:

Nederlands
Deens
behoefte [v], nood {zn.}
behov [o]
gevaar, nood, onraad, perikel {zn.}
fare
Ik denk dat zijn leven gevaar loopt.
Jeg tror at hans liv er i fare.
armoe [v], ellende [v], narigheid [v], schamelheid [v], misère, nood {zn.}
elendighed
inviteren, noden, uitnodigen, vragen {ww.}
invitere
indbyde


Gerelateerd aan nood

behoefte - gevaar - onraad - perikel - armoe - ellende - narigheid - schamelheid - misère - inviteren - noden - uitnodigen - vragen