Vertaling van rekenen

Inhoud:

Nederlands
Deens
calculeren, rekenen, berekenen, tellen, uitrekenen {ww.}
kalkulere
beregne
eisen, opeisen, rekenen, vereisen, vergen, voorschrijven, vorderen {ww.}
fordre


Gerelateerd aan rekenen

calculeren - berekenen - tellen - uitrekenen - eisen - opeisen - vereisen - vergen - voorschrijven - vorderen