Vertaling van schorsen

Inhoud:

Nederlands
Deens
interrumperen, onderbreken, schorsen {ww.}
afbryde
dop [m], schaal, schil [v], schors (mv. schorsen) [v] {zn.}
bark


Gerelateerd aan schorsen

interrumperen - onderbreken - dop - schaal - schil - schors