Vertaling van spruit

Inhoud:

Nederlands
Deens
afstammeling [m], kind [o], nakomeling [m], jong [o], loot [v], spruit [v], telg [v] {zn.}
barn [o]
Je bent niet langer gewoon een kind.
Du er ikke længere bare et barn.
Hij gedraagt zich als een kind.
Han opfører sig som et barn.
geboren worden, ontluiken, spruiten {ww.}
være født


Gerelateerd aan spruit

afstammeling - kind - nakomeling - jong - loot - telg - geboren worden - ontluiken - spruiten