Vertaling van stof

Inhoud:

Nederlands
Deens
stof [o] {zn.}
støv [o]
materie [v], zelfstandigheid [v], stof {zn.}
stof [o]
materie
goedje [o], substantie [v], zelfstandigheid [v], spul, stof {zn.}
stof [o]
apropos [o], onderwerp, stof, thema {zn.}
tema [o]
emne [o]
onderwerp, stof, subject {zn.}
emne [o]
bluffen, opscheppen, pochen, snoeven, snorken, stoffen, zwetsen {ww.}
prale
stoffen, afstoffen, stof afnemen {ww.}
støve af