Vertaling van verzuim

Inhoud:

Nederlands
Deens
absentie [v], afwezigheid [v], uitstedigheid [v], mangel, verstek, verzuim {zn.}
fraværelse
nalaten, uitlaten, verzaken, verzuimen, weglaten {ww.}
udelade


Gerelateerd aan verzuim

absentie - afwezigheid - uitstedigheid - mangel - verstek - nalaten - uitlaten - verzaken - verzuimen - weglaten