Vertaling van vraag
Inhoud:
Nederlands
Deens
kwestie , vraag {zn.}
spørgsmål
Ik heb een vraag.
Jeg har et spørgsmål.
Goeie vraag.
Det er et godt spørgsmål.
aanvraag , aanzoek , verzoek, vraag {zn.}
henvendelse
bøn
bøn
vragen {ww.}
spørge
inroepen, verzoeken, vragen, aanvragen {ww.}
bede
inviteren, noden, uitnodigen, vragen {ww.}
invitere
indbyde
indbyde
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Deens
Goeie vraag.
Det er et godt spørgsmål.
Antwoord op de vraag.
Besvar spørgsmålet.
Vraag een politieman!
Spørg en politimand!
Ik heb een vraag.
Jeg har et spørgsmål.
Mag ik een vraag stellen?
Må jeg stille et spørgsmål?