Vertaling van vriend
Inhoud:
Nederlands
Deens
vriend , vrind, amice {zn.}
ven
Hij is haar vriend.
Han er hendes ven.
Tom is mijn vriend.
Tom er min ven.
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Deens
Hij is haar vriend.
Han er hendes ven.
Tom is mijn vriend.
Tom er min ven.
Hij is haar vriend.
Han er hendes ven.
Dit is mijn vriend.
Dette er min ven.
Bob is mijn vriend.
Bob er min ven.
Bill is mijn beste vriend.
Bill er min bedste ven.
Mijn computer is mijn beste vriend.
Min computer er min bedste ven.
Ik heb nog een vriend in China.
Jeg har en ven til i Kina.
Ik heb een vriend die van mij houdt.
Jeg har en ven som elsker mig.
Geheel toevallig ontmoette ik mijn oude vriend in de luchthaven.
Helt tilfældigt mødte jeg min gamle ven i lufthavnen.