Vertaling van zoeken
Inhoud:
Nederlands
Deens
moeite doen, pogen, streven, trachten, zich beijveren, zoeken {ww.}
bestræbe sig
snorren, zoeken, opzoeken, uitkijken, uitzien {ww.}
søge
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Deens
Ik ben een baan aan het zoeken.
Jeg søger arbejde.
Wat heeft deze stoel hier te zoeken?
Hvad laver denne stol her?
Ik ben aan het zoeken naar de kazen.
Jeg leder efter ostene.