Vertaling van zot
Inhoud:
Nederlands
Deens
belachelijk, gek, lachwekkend, mal, ridicuul, zot {bn.}
latterlig
belachelijk, grotesk, ridicuul, onmogelijk, absurd, dwaas, ongerijmd, onzinnig, zinneloos, zot {bn.}
absurd
absurd, ongerijmd, schizofreen, dwaas, onzinnig, zinneloos, zot {bn.}
absurd