Vertaling van afslachten

Inhoud:

Nederlands
Duits
afslachten, moorden, neerhouwen {ww.}
massakrieren

ik zal afslachten
jij zult afslachten
hij/zij/het zal afslachten

ich werde massakrieren
du wirst massakrieren
er/sie/es wird massakrieren
» meer vervoegingen van massakrieren

slachten, afslachten {ww.}
morden
hinmorden
niedermetzeln
abschlachten
schlachten
erschlagen

ik zal afslachten
jij zult afslachten
hij/zij/het zal afslachten

ich werde morden
du wirst morden
er/sie/es wird morden
» meer vervoegingen van morden



Gerelateerd aan afslachten

moorden - neerhouwen - slachten