Vertaling van afwijken

Inhoud:

Nederlands
Duits
afwijken, aberreren, afdwalen {ww.}
sich geistig verirren
abirren
abweichen
aberrieren

ik zal afwijken
jij zult afwijken
hij/zij/het zal afwijken

ich werde abirren
du wirst abirren
er/sie/es wird abirren
» meer vervoegingen van abirren

afwijken {ww.}
abweichen

ik zal afwijken
jij zult afwijken
hij/zij/het zal afwijken

ich werde abweichen
du wirst abweichen
er/sie/es wird abweichen
» meer vervoegingen van abweichen

afslaan, afwijken {ww.}
abweichen
abschweifen

ik zal afwijken
jij zult afwijken
hij/zij/het zal afwijken

ich werde abweichen
du wirst abweichen
er/sie/es wird abweichen
» meer vervoegingen van abweichen



Gerelateerd aan afwijken

aberreren - afdwalen - afslaan