Vertaling van altijd

Inhoud:

Nederlands
Duits
altijd, immer, steeds, altoos {bw.}
allemal
allzeit
fortwährend
immer
jederzeit
stets
immerdar


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Duits

Ze spreekt altijd Engels.

Sie spricht immer Englisch.

Jij zingt altijd.

Du singst immer.

Ik heb altijd honger.

Ich habe immer Hunger.

Ze klagen altijd.

Sie beschweren sich immer.

Je vernielt altijd alles.

Du machst immer alles kaputt.

Ze gelooft mij altijd.

Sie glaubt mir immer.

Hij is altijd gelukkig.

Er ist immer glücklich.

Mijn vader is altijd bezig.

Mein Vater ist ständig beschäftigt.

Ze glimlacht altijd naar mij.

Sie lächelt mir immer zu.

Hij verliest altijd zijn gsm.

Er verliert ständig sein Handy.

Helden komen altijd te laat.

Helden kommen immer zu spät.

Dat is altijd zo geweest.

Das war schon immer so.

Hij is bijna altijd thuis.

Er ist fast immer zuhause.

Toro is niet altijd hier.

Toro ist nicht immer hier.

De zon schijnt niet altijd.

Die Sonne scheint nicht immer.


Gerelateerd aan altijd

immer - steeds - altoos