Vertaling van arbeiden

Inhoud:

Nederlands
Duits
arbeiden, werken {ww.}
arbeiten

wij arbeiden
jullie arbeiden
zij arbeiden

wir arbeiten
ihr arbeitet
sie arbeiten
» meer vervoegingen van arbeiten

Een mens moet werken.
Ein Mensch muss arbeiten.
Hoeveel mensen werken hier?
Wie viele arbeiten hier?


Gerelateerd aan arbeiden

werken