Vertaling van bakker
Inhoud:
Nederlands
Duits
bakker {zn.}
Backer
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Duits
Ik ben een bakker.
Ich bin Bäcker.
Ik heb een brood gekocht bij de bakker.
Ich habe beim Bäcker ein Brot gekauft.
Ik ben een bakker.
Ich bin Bäcker.
Ik heb een brood gekocht bij de bakker.
Ich habe beim Bäcker ein Brot gekauft.