Vertaling van beoefenen
						Inhoud:
						
Nederlands
Duits
beoefenen, betrachten, in de praktijk brengen, uitoefenen {ww.}
praktizieren
wij beoefenen
jullie beoefenen
zij beoefenen
wir praktizieren
ihr praktiziert
sie praktizieren
			 					» meer vervoegingen van praktizieren