Vertaling van beschuldigde

Inhoud:

Nederlands

Duits

aangeklaagde [m], beklaagde [m], beschuldigde [m], verweerder {zn.}

Angeklagter [m] (der ~)

beschuldigen, betichten {ww.}

beschuldigen
verklagen
anklagen

ik beschuldigde
jij beschuldigde
hij/zij/het beschuldigde

ich beschuldigte
du beschuldigtest
er/sie/es beschuldigte
» meer vervoegingen van beschuldigen

aanklagen, beschuldigen, betichten {ww.}

Anklage erheben gegen
verklagen
beschuldigen
bezichtigen
anklagen

ik beschuldigde
jij beschuldigde
hij/zij/het beschuldigde

ich verklagte
du verklagtest
er/sie/es verklagte
» meer vervoegingen van verklagen