Vertaling van betaald
Inhoud:
Nederlands
Duits
betalen, dokken, storten, uitbetalen, uitkeren, voldoen {ww.}
bezahlen
zahlen
entrichten
einzahlen
auszahlen
abzahlen
zahlen
entrichten
einzahlen
auszahlen
abzahlen
ik heb betaald
jij hebt betaald
hij/zij/het heeft betaald
ich habe bezahlt
du hast bezahlt
er/sie/es hat bezahlt
» meer vervoegingen van bezahlen
We moeten altijd meer betalen.
Wir müssen immer mehr bezahlen.
Wie gaat het eten betalen?
Wer wird das Essen bezahlen?
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Duits
Hij werd 10.000 dollar betaald.
Ihm wurden zehntausend Dollar gezahlt.
Ik heb zelf ook al een paar keer parkeerboetes betaald.
Ich habe selbst schon mehrmals Bußgelder für widerrechtliches Parken bezahlt.