Vertaling van blamage

Inhoud:

Nederlands
Duits
blamage [v], oneer, schande, smaad {zn.}
Schande [v] (die ~)
Schmach [v] (die ~)
Schimpf
Unehre [v] (die ~)
Arm zijn is geen schande.
Arm sein ist keine Schande.


Gerelateerd aan blamage

oneer - schande - smaad