Vertaling van blootleggen

Inhoud:

Nederlands
Duits
blootleggen {ww.}
freilegen
denudieren

ik zal blootleggen
jij zult blootleggen
hij/zij/het zal blootleggen

ich werde freilegen
du wirst freilegen
er/sie/es wird freilegen
» meer vervoegingen van freilegen

blootleggen, etaleren, tentoonspreiden, uitkramen, uitstallen {ww.}
vorzeigen

ik zal blootleggen
jij zult blootleggen
hij/zij/het zal blootleggen

ich werde vorzeigen
du wirst vorzeigen
er/sie/es wird vorzeigen
» meer vervoegingen van vorzeigen



Gerelateerd aan blootleggen

etaleren - tentoonspreiden - uitkramen - uitstallen