Vertaling van boor

Inhoud:

Nederlands
Duits
boor [v] {zn.}
Bohrer [m] (der ~)
borium [o], boor {zn.}
Bor [o] (das ~)
boren {ww.}
bohren

ik boor

ich bohre
» meer vervoegingen van bohren



Gerelateerd aan boor

borium - boren