Vertaling van cadeau

Inhoud:

Nederlands

Duits

cadeau [o], donatie [v], schenking [v], geschenk [o], gift [v] {zn.}

Geschenk [o] (das ~)
Vermächtnis [o] (das ~)
Spende [v] (die ~)
Gabe [v] (die ~)
Angebinde

Bedankt voor je cadeau.

Danke für das Geschenk.

Bedankt voor je cadeau.

Vielen Dank für das Geschenk.

Nederlands

Duits

Bedankt voor je cadeau.

Vielen Dank für das Geschenk.

Bedankt voor je cadeau.

Danke für das Geschenk.

Hij gaf me een cadeau.

Er gab mir ein Geschenk.

Dank je voor het cadeau.

Danke für das Geschenk.

Tom bracht een cadeau voor Mary.

Tom brachte Mary ein Geschenk mit.

Dit is een cadeau voor jou.

Es ist ein Geschenk für dich.