Vertaling van collega

Inhoud:

Nederlands
Duits
collega [m], vakgenoot, ambtgenoot [m] {zn.}
Kollege [m] (der ~)
Amtsgenosse
Genosse [m] (der ~)
Amtsbruder [m] (der ~)
Tom is mijn collega.
Tom ist mein Kollege.


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Duits

Tom is mijn collega.

Tom ist mein Kollege.

Hij is mijn collega.

Er ist mein Arbeitskollege.

Wij hebben een collega in Spanje.

Wir haben einen Kollegen in Spanien.


Gerelateerd aan collega

vakgenoot - ambtgenoot