Vertaling van confisqueren

Inhoud:

Nederlands
Duits
confisqueren, in beslag nemen, konfiskeren, verbeurd verklaren {ww.}
konfiszieren
mit Beschlag belegen

wij confisqueren
jullie confisqueren
zij confisqueren

wir konfiszieren
ihr konfisziert
sie konfiszieren
» meer vervoegingen van konfiszieren



Gerelateerd aan confisqueren

in beslag nemen - konfiskeren - verbeurd verklaren