Vertaling van droog

Inhoud:

Nederlands
Duits
dor, droog {bn.}
trocken
drogen, afdrogen, droogmaken, uitdrogen {ww.}
trocknen
austrocknen
dörren

ik droog

ich trockne
» meer vervoegingen van trocknen

drogen, droogvallen, droog worden, opdrogen, uitdrogen, verdrogen {ww.}
dorren
verdorren
austrocknen

ik droog

ich dorre
» meer vervoegingen van dorren



Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Duits

Droog je tranen.

Wisch dir deine Tränen ab.

Zij heeft droog haar.

Sie hat trockene Haare.

Droog zand neemt water op.

Trockener Sand absorbiert Wasser.

Mijn hemd is nog niet droog.

Mein Hemd ist noch nicht trocken.


Gerelateerd aan droog

dor - drogen - afdrogen - droogmaken - uitdrogen - droogvallen - droog worden - opdrogen - verdrogen