Vertaling van gebak

Inhoud:

Nederlands
Duits
gebak [o], taartje [o] {zn.}
Gebäck [o] (das ~)
baksel [o], gebak [o] {zn.}
Gebäck [o] (das ~)
Gebackenes
Backwerk


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Duits

Ik hou van gebak.

Ich mag Kuchen.

Hanako houdt erg van gebak.

Hanako mag sehr gerne Kuchen.

Mag ik u nog een stukje gebak aanbieden?

Darf ich dir ein weiteres Stück Kuchen anbieten?

Hou een stukje gebak voor me apart, ik moet weg.

Legt mir ein Stück Kuchen zur Seite, ich muss los.


Gerelateerd aan gebak

taartje - baksel