Vertaling van gedronken
Inhoud:
Nederlands
Duits
drinken, gebruiken {ww.}
trinken
ik heb gedronken
jij hebt gedronken
hij/zij/het heeft gedronken
ich habe getrunken
du hast getrunken
er/sie/es hat getrunken
» meer vervoegingen van trinken
Wij drinken alles.
Wir trinken alles.
Echte mannen drinken thee.
Wahre Männer trinken Tee.
drinken, pimpelen {ww.}
zechen
saufen
saufen
ik heb gedronken
jij hebt gedronken
hij/zij/het heeft gedronken
ich habe gezecht
du hast gezecht
er/sie/es hat gezecht
» meer vervoegingen van zechen
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Duits
Tom heeft de Kool-Aid gedronken.
Tom hat die Kool-Aid getrunken.
Ze hebben twee flessen wijn gedronken.
Sie haben zwei Flaschen Wein getrunken.
Ik wist niet dat hij zoveel gedronken had.
Ich wusste nicht, dass er so viel getrunken hatte.