Vertaling van gehad

Inhoud:

Nederlands
Duits
hebben, erop nahouden {ww.}
haben
besitzen

ik heb gehad
jij hebt gehad
hij/zij/het heeft gehad

ich habe gehabt
du hast gehabt
er/sie/es hat gehabt
» meer vervoegingen van haben

We hebben geld nodig.
Wir haben Geld nötig.
We hebben geen suiker.
Wir haben keinen Zucker.


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Duits

Heb je lunch gehad?

Hast du zu Mittag gegessen?

Maar hij heeft geluk gehad.

Aber er hatte Glück.

Heb je ooit een ernstige ziekte gehad?

Warst du mal ernsthaft krank?

We hebben weinig zonnige dagen gehad deze zomer.

Wir hatten diesen Sommer wenige Sonnentage.

Ik heb altijd de voorkeur gehad om alleen te werken.

Es war mir schon immer das Liebste, allein zu arbeiten.

We hebben een geweldige vakantie in Zweden gehad.

Unser Urlaub in Schweden war ganz toll.

Hij heeft een ongeluk gehad en heeft een been gebroken.

Er hatte einen Unfall und brach sich ein Bein.

Ik heb het gehad voor vandaag. Ik ben te moe.

Mir reicht es für heute. Ich bin zu müde.

Hij heeft een ongeluk gehad en zijn been gebroken.

Er hatte einen Unfall und brach sich das Bein.

Ik heb afgelopen nacht een grappige droom gehad.

Ich hatte letzte Nacht einen lustigen Traum.

Hoe gaat het met u? Hebt u een goede reis gehad?

Wie geht's dir? Hattest du eine gute Reise?

Als ik tijd had gehad, was ik naar de film gegaan.

Ich wäre gerne ins Kino gegangen, wenn ich die Zeit dazu gehabt hätte.

Ik heb het leuk bij je gehad

Ich hatte eine angenehmen Zeit mit Ihnen.

Ik was naar de bergen gegaan, als ik geld had gehad.

Ich wäre in die Berge gegangen, wenn ich das Geld gehabt hätte.

Ik heb geluk gehad dat ik er in geslaagd ben een goede babysit te vinden.

Ich hatte Glück, dass es mir gelungen ist, einen guten Baby-Sitter zu finden.


Gerelateerd aan gehad

hebben - erop nahouden