Vertaling van gist

Inhoud:

Nederlands
Duits
gist {zn.}
Bierhefe [v] (die ~)
doorzien, gissen, raden, inschatten {ww.}
erahnen
prophezeihen
weissagen
voraussagen
vorhersagen
ahnen
herausbekommen
erraten
raten
enträtseln

jij gist
hij/zij/het gist

du erahnst
er/sie/es erahnt
» meer vervoegingen van erahnen

Je kunt waarschijnlijk wel raden wat er gaat gebeuren.
Du kannst vermutlich erahnen, was indessen passiert.
gissen, vermoeden {ww.}
vermuten
mutmaßen

jij gist
hij/zij/het gist

du vermutest
er/sie/es vermutet
» meer vervoegingen van vermuten

fermenteren, gisten, werken {ww.}
in Gärung sein
gären

hij/zij/het gist

er/sie/es gart
» meer vervoegingen van garen



Gerelateerd aan gist

doorzien - gissen - raden - inschatten - vermoeden - fermenteren - gisten - werken