Vertaling van hekel
Antipathie
Wiederwillen
Abneigung
ik hekel
ich hech(e)le
» meer vervoegingen van hecheln
verurteilen
ik hekel
ich verurteile
» meer vervoegingen van verurteilen
Voorbeelden in zinsverband
Ik heb een hekel aan maandagen.
Ich hasse den Montag.
Ze heeft een hekel aan wortels.
Sie hasst Karotten.
Hij heeft een hekel aan wortels.
Er hasst Karotten.
Gewoonlijk hebben katten een hekel aan honden.
Normalerweise hassen Katzen Hunde.
Kinderen hebben vaak een hekel aan spinazie.
Kinder hassen oft Spinat.
Tom heeft een hekel aan iedereen.
Tom hasst alle und jeden.
Ik heb een hekel aan lafaarden.
Ich kann Feiglinge nicht ausstehen.
Kinderen hebben er een hekel aan om leraren te irriteren.
Kinder hassen das Nerven der Lehrer.
Ik heb een ontzettende hekel aan een formele schrijfstijl!
Ich verabscheue förmliches Schreiben zutiefst!
Ik heb er een hekel als als mijn kleren naar rook stinken.
Ich mag nicht, dass meine Kleidung nach Rauch stinkt.