Vertaling van huiswerk

Inhoud:

Nederlands
Duits
huiswerk {zn.}
Schularbeiten


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Duits

Ik heb veel huiswerk.

Ich habe viele Hausaufgaben.

Vandaag heb ik veel huiswerk.

Heute habe ich viele Hausaufgaben.

Mijn huiswerk is eindelijk klaar.

Meine Hausaufgabe war endlich fertig.

Heb je je huiswerk gedaan?

Haben Sie Ihre Hausaufgaben gemacht?

Zult ge deze namiddag uw huiswerk maken?

Machst du heute Nachmittag deine Hausaufgaben?

Ze was druk bezig met haar huiswerk.

Sie war mit ihren Hausaufgaben beschäftigt.

Hebt gij uw huiswerk al af?

Hast du schon deine Hausaufgaben gemacht?

Tussen haakjes, hebt ge uw huiswerk gemaakt?

Übrigens, hast du deine Hausaufgaben gemacht?

Vergeet niet dat we huiswerk hebben.

Vergiss nicht, dass wir Hausaufgaben haben.

Het spijt me, ik ben vergeten mijn huiswerk te doen.

Entschuldigung, ich habe vergessen, meine Hausaufgaben zu machen.

Ik zal komen wanneer ik mijn huiswerk gedaan heb.

Ich komme, wenn ich die Hausaufgaben gemacht habe.

Hij had twee uur nodig om zijn huiswerk te maken.

Er brauchte zwei Stunden, um seine Hausaufgaben zu machen.

Er is tijd genoeg om dit huiswerk af te maken.

Ich habe genug Zeit, um die Hausaufgaben zu beenden.

Ik ben te lui om mijn huiswerk te maken.

Ich bin zu faul, meine Hausaufgaben zu machen.

Ik heb een week de tijd om mijn huiswerk af te maken.

Ich habe eine Woche Zeit, um meine Hausaufgaben zu erledigen.