Vertaling van inleggen

Inhoud:

Nederlands
Duits
inleggen, inmaken, pekelen, zouten, in het zout leggen {ww.}
pökeln
einsalzen

ik zal inleggen
jij zult inleggen
hij/zij/het zal inleggen

ich werde pökeln
du wirst pökeln
er/sie/es wird pökeln
» meer vervoegingen van pökeln

inleggen, inmaken, konfijten {ww.}
einmachen
einlegen

ik zal inleggen
jij zult inleggen
hij/zij/het zal inleggen

ich werde einmachen
du wirst einmachen
er/sie/es wird einmachen
» meer vervoegingen van einmachen

inleggen, inmaken, marineren {ww.}
marinieren

ik zal inleggen
jij zult inleggen
hij/zij/het zal inleggen

ich werde marinieren
du wirst marinieren
er/sie/es wird marinieren
» meer vervoegingen van marinieren

afgeven, deponeren, in bewaring geven, inleggen {ww.}
absetzen
abscheiden
anlegen
ablagern
zur Aufbewahrung geben
in Verwahrung geben
verwahren
hinterlegen
deponieren

ik zal inleggen
jij zult inleggen
hij/zij/het zal inleggen

ich werde absetzen
du wirst absetzen
er/sie/es wird absetzen
» meer vervoegingen van absetzen

indoen, inleggen, inzetten {ww.}
hineinstecken
hineinlegen
inserieren
hineintun
einsetzen

ik zal inleggen
jij zult inleggen
hij/zij/het zal inleggen

ich werde hineinstecken
du wirst hineinstecken
er/sie/es wird hineinstecken
» meer vervoegingen van hineinstecken