Vertaling van inwisselen

Inhoud:

Nederlands
Duits
ruilen, inruilen, wisselen, inwisselen, uitwisselen, verruilen {ww.}
verwechseln
vertauschen
auswechseln
umtauschen
austauschen

ik zal inwisselen
jij zult inwisselen
hij/zij/het zal inwisselen

ich werde verwechseln
du wirst verwechseln
er/sie/es wird verwechseln
» meer vervoegingen van verwechseln



Gerelateerd aan inwisselen

ruilen - inruilen - wisselen - uitwisselen - verruilen