Vertaling van kaarten

Inhoud:

Nederlands
Duits
kaart (mv. kaarten) [v] {zn.}
Karte [v] (die ~)
Zettel [m] (der ~)
Er hangt een kaart aan de muur.
An der Wand hängt eine Karte.
De dikke lijnen op de kaart zijn wegen.
Die breiten Linien auf der Karte entsprechen Straßen.
kaart (mv. kaarten) [v], landkaart [v] {zn.}
Karte [v] (die ~)
Kijk naar de landkaart op pagina 25.
Schauen Sie sich die Karte auf Seite 25 an.
Toon mij op de kaart waar Puerto Rico ligt.
Zeig mir, wo Puerto Rico auf der Karte liegt.


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Duits

"Ik heb zin om te kaarten." "Ik ook."

"Ich habe Lust, Karten zu spielen." "Ich auch."

Je kan niet verdwaald raken in grote steden; er zijn overal kaarten!

In großen Städten kann man sich nicht verirren, dort gibt es überall Karten!


Gerelateerd aan kaarten

kaart - landkaart