Vertaling van opgericht
Inhoud:
Nederlands
Duits
beuren, heffen, ophalen, oprichten, tillen, verheffen {ww.}
heben
zücken
erheben
aufheben
zücken
erheben
aufheben
ik heb opgericht
jij hebt opgericht
hij/zij/het heeft opgericht
ich habe gehoben
du hast gehoben
er/sie/es hat gehoben
» meer vervoegingen van heben
Hij is sterk genoeg om dat op te tillen.
Er ist stark genug, das zu heben.
Hij is sterk genoeg om dat op te tillen.
Er ist stark genug, das zu heben.
neerzetten, oprichten, opslaan, vestigen {ww.}
aufstellen
zurichten
herstellen
gründen
aufschlagen
aufrichten
zurichten
herstellen
gründen
aufschlagen
aufrichten
ik heb opgericht
jij hebt opgericht
hij/zij/het heeft opgericht
ich habe aufgestellt
du hast aufgestellt
er/sie/es hat aufgestellt
» meer vervoegingen van aufstellen
inrichten, oprichten, stichten, vestigen {ww.}
anlegen
aufstellen
eröffnen
einrichten
begründen
etablieren
gründen
aufstellen
eröffnen
einrichten
begründen
etablieren
gründen
ik heb opgericht
jij hebt opgericht
hij/zij/het heeft opgericht
ich habe angelegt
du hast angelegt
er/sie/es hat angelegt
» meer vervoegingen van anlegen
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Duits
Deze school is opgericht in 1650.
Diese Schule wurde 1650 gegründet.
Deze school is opgericht in 1650.
Diese Schule wurde 1650 eröffnet.
Ze hebben een nieuwe regering opgericht.
Sie haben eine neue Regierung aufgestellt.