Vertaling van ouders
Voorbeelden in zinsverband
Mijn ouders zijn oud.
Meine Eltern sind alt.
Beide ouders leven nog.
Beide Eltern leben noch.
Hij gaf zijn ouders antwoord.
Er antwortete seinen Eltern.
Mijn ouders verstaan mij niet.
Meine Eltern verstehen mich nicht.
Mijn beide ouders zijn dood.
Meine Eltern sind beide tot.
Mijn ouders kennen mijn vriendin.
Meine Eltern kennen meine Freundin.
Ik zou mijn ouders bellen.
Ich riefe meine Eltern an.
Woont ge bij uw ouders?
Lebst du mit deinen Eltern zusammen?
Mijn beide ouders zijn dood.
Meine Eltern sind tot.
Mijn ouders spreken geen Nederlands.
Meine Eltern sprechen kein Niederländisch.
Ouders houden van hun kinderen.
Eltern lieben ihre Kinder.
Kinderen moeten hun ouders gehoorzamen.
Kinder sollen ihren Eltern gehorchen.
Hij gaf zijn ouders antwoord.
Er antwortete seinen Eltern.
Zijn beide ouders zijn dood.
Seine Eltern sind beide tot.
Ze gehoorzaamden hun ouders niet.
Sie gehorchten ihren Eltern nicht.