Vertaling van overjas

Inhoud:

Nederlands
Duits
jas [m], overjas [m] {zn.}
Mantel [m] (der ~)
Überzieher [m] (der ~)
Überrock
Paletot
Zal ik uw jas dragen?
Soll ich deinen Mantel bringen?
Hangt u uw jas toch op.
Bitte hängen Sie den Mantel auf.
bovenkleed [o], opperkleed, overjas {zn.}
Überwurf
Überzieher [m] (der ~)
Überrock


Gerelateerd aan overjas

jas - bovenkleed - opperkleed